Margriet Vroomans: ‘Natuurlijk hoop ik dat ook jongeren naar mijn podcastserie luisteren’
In aanloop van de Online Radio Awards interviewen wij diverse online radiomakers en podcasters. Ditmaal: Margriet Vroomans van de NPO Radio 4-podcastserie ‘Muziek tot leven, verhalen van musici in de oorlog’
Hoe is het idee voor de podcast ‘Muziek tot Leven – Verhalen van musici in de oorlog’?
Het idee voor de serie ‘Muziek tot leven, verhalen van musici in de oorlog’ ontstond vorig jaar september. Want ik vond dat er iets moest gebeuren met het verhaal van musici in de oorlog, ter gelegenheid van 75 Jaar Bevrijding dat in 2020 groot zou worden herdacht. Aanvankelijk dacht ik aan brieven of dagboeken van musici uit WOII, maar toen ik ging researchen stuitte ik op zulke bijzondere verhalen én ook op zulke mooie en vaak onbekende muziek dat ik al snel wist: dít moet het worden. Ik wilde hun namen noemen: Dolf Karelsen, Frieda Belinfante, Theo Smit Sibinga, Henriëtte Bosmans, Rosa Spier en zoveel anderen. Ik wilde hun levensverhaal vertellen en hun muziek laten horen. Er zijn zoveel Nederlandse musici en componisten die we nauwelijks kennen, omdat ze in de oorlog moesten onderduiken omdat ze Joods waren of omdat ze in het verzet zaten. Veel van hen zijn in de oorlog vervolgd en vermoord. Anderen kwamen er geknakt uit. Na de oorlog werd hun muziek nauwelijks meer gespeeld, het was vernietigd, raakte verloren of lag ergens op zolder of in een archief zonder dat iemand zich erom bekommerde. En dat terwijl het vaak prachtige muziek is! Het zijn misschien grote woorden, maar ik wilde met mijn serie een klankmonument oprichten voor die musici en voor dat talent dat in de oorlog kapot is gemaakt, juíst in dit jaar 2020 waarin we 75 Jaar Bevrijding herdenken.
De gemiddelde leeftijd van de NPO Radio 4 luisteraar is 62 jaar. Podcastluisteraars zijn gemiddeld 20 jaar jonger. Is de inzet van een podcast ook gericht op het bereiken van een jongere doelgroep luisteraars?
Luisteraars van NPO Radio 4 zijn 60+, dat zijn dus mensen met al wat geschiedenis in hun leven. Deze luisteraars zijn ook vaak in geschiedenis geïnteresseerd; de Tweede Wereldoorlog kennen ze uit de eerste hand via de verhalen van hun ouders. In combinatie met hun liefde voor klassieke muziek (daarom zijn het immers luisteraars van NPO Radio 4) maakt ze dat ook tot aandachtige luisteraars van deze podcastserie. Natuurlijk hoop ik dat ook jongeren naar mijn serie luisteren; het zijn de persoonlijke levensverhalen van mensen die vóór de oorlog een gewoon en gelukkig leven leidden, zelf ook vaak jonge mensen, in de kracht en de bloei van hun leven en talent. De oorlog bracht daar een dramatische en (helaas soms fatale) verandering in.
Je bent journalist en radiomaakster. Vond het maken van een podcast heel anders dan radiomaken?
Van origine ben ik inderdaad journalist. Ik heb het maken van deze serie dan ook als een journalistiek project aangepakt: ieder levensverhaal moest kloppen. Ik heb daarom gebruik gemaakt van zoveel mogelijk bronnen: archieven, boeken, biografiën, internet, brieven, interviews, historische opnames. Ik heb in mijn research onder meer hulp gehad van de Leo Smit Stichting, de stichting die zich al meer dan 25 jaar inzet voor de studie naar levens en werk van in de oorlog vervolgde musici. Dat zorgvuldige uitzoeken van die levens, gecombineerd met het zoeken van de muziek vroeg veel tijd en concentratie. Soms wilde ik heel graag bepaalde muziek opnemen in een aflevering, maar was er simpelweg geen opname van. Tegelijk maakte me dat ook eens te meer duidelijk waarmee ik bezig was: hun muziek is verloren of vergeten. Muziek moet tot klinken worden gebracht, maar als niemand het kent, gaat ook niemand het spelen. Gelukkig komt daar al verandering in: de pianisten Arthur en Lucas Jussen hebben bijvoorbeeld onlangs de muziek van de Joodse componist Leo Smit herontdekt, één van de musici die ik heb geportretteerd in de serie. De Jussens vinden zijn ‘divertimento voor piano vierhandig’ fantastische muziek; ze spelen het zo vaak en waar ze maar kunnen in binnen- en buitenland. Die muziek is op zich prachtig: energiek, intens, krachtig. Maar krijgt nog extra lading als je bedenkt dat Leo Smit deze muziek heeft geschreven terwijl hij gedwongen in een Joodse wijk in Amsterdam woonde, en het voltooide heel kort voor hij en zijn vrouw via Westerbork naar Sobibor werden gedeporteerd en vergast. Smits’ muziek is toevallig wél bewaard gebleven, omdat hij z’n partituren vlak voor z’n deportatie in ‘onderduik’ heeft gegeven aan een niet-Joodse vriend.
Deze podcastserie bestaat uit 17 delen. Hoe ziet in grote lijnen de productie van deze podcast er uit?
De 17 afleveringen van de serie hebben eigenlijk allemaal een zelfde opbouw. Elke aflevering van ongeveer 8 minuten heeft één hoofdpersoon en in elke aflevering is (vooral) de muziek te horen die die componist heeft geschreven of die die musicus heeft gespeeld. Waar er geen opnames waren heb ik muziek gebruikt die samenhangt met de tijd of de plaats waarin het verhaal zich afspeelt. In elke aflevering schets ik ook een sfeerbeeld van de tijd door middel van quoots en soundbites. Want we wéten allemaal wel dat Joden geen lid mochten worden van de Kultuurkamer, en dus niet meer konden werken. Maar als je de officiële mededeling hóórt die indertijd gewoon via de radio werd uitgezonden: ‘In de geest der nieuwe tijd worden de Joden geen lid van de Kultuurkamer’, dan voel je dat intenser. Waar ik nabestaanden of familieleden van de hoofdpersonen kon interviewen heb ik dat zoveel mogelijk gedaan. Corona zat me daarbij halverwege in de weg, maar ik heb gelukkig toch zonen, een dochter, een buurjongen, een echtgenote en een kleinzoon van verschillende hoofdpersonen kunnen spreken. Had ik al het materiaal bij elkaar, dan maakte ik een montage-schema aan de hand van mijn tekst, de muziek, quoots en soundbites. De montage heb ik steeds samen met mijn eindredacteur Mariëlle van Kilsdonk gedaan; zij is gelukkig ook heel muzikaal en luisterde goed mee.
Heb je al nieuwe ideeën voor het maken van een volgende podcastserie?
Het maken van deze serie vond ik fantastisch om te doen. Tegelijk was het ook heel emotioneel: het verloop van sommige levens was zo verdrietig, en door in de research zo heel dichtbij deze mensen te komen raakte ik ook heel persoonlijk betrokken. Eén van de hoofdpersonen, Dick Kattenburg, woonde vóór zijn familie gedwongen naar een ghetto moest verhuizen, bij mij in Naarden om de hoek. Ik fiets elke dag langs ‘zijn’ huis, ik kijk er altijd naar. Hij dook onder, maar werd verraden; hij was pas 24 jaar toen hij de gaskamer in moest.
Ik ben ook gefascineerd door de enorme veerkracht van de mensen in mijn serie. Want blijven componeren terwijl je ondergedoken zit, illegale huisconcerten geven, muziek als mentale overleving: wat een levenskunst.
Eén componist fascineerde me extra, een man die alles heeft meegemaakt wat je in de oorlog maar kón meemaken: ontslag, verzet, verraad, gevangenschap, verschillende concentratiekampen, deportatie, dodenmars. En dat dan allemaal overleven en daarna nog jaren componeren, doceren, artistiek leiding geven aan het Concerttgebouwokest. Dat is het leven van Marius Flothuis, en dat leven is te uitgebreid om in een aflevering van 8 minuten te ‘behandelen’. Daarom komt er over hem in oktober nog een extra podcast uit; vier delen die ik samen met mijn collega Benjamin de Bruijn maak, ook weer onder eindredacteurschap van Mariëlle van Kilsdonk.
Kijk voor meer informatie op Onlineradioawards.nl